Het was bijzonder om voor de weelderige Hortus Botanicus met zijn rijke historie een lichtontwerp te maken.
Belangrijk is dat het lichtplan de sfeer en romantiek van de tuin versterkt. Dat vereist een ingetogen ontwerp waar lichte en donkere plekken met elkaar in balans zijn.
Er is zoveel mogelijk indirect licht gebruikt, dwz. dat het licht niet direct zichtbaar is, maar alleen op de objecten die aangelicht worden waarbij armatuur en lichtbron zoveel mogelijk uit het zicht blijven.
Het verschil tussen de gevel in de winter en de gevel in de zomer is groot door de weelderige begroeiing van de klimplanten. Daarom is er gekozen voor zowel licht van onderen als van boven om de gevel aan te lichten. Het licht van onderen is voldoende in de winter, maar wordt ’s zomers letterlijk overschaduwd door de klimplanten. Door licht van boven toe te voegen vangt de gevel met klimplanten in het groen ook in de zomer voldoende licht.
Bij de Palmenkas is de keuze gemaakt de structuur van de kas te belichten met wit en blauw licht. De architectonische schoonheid van de kas wordt op deze wijze versterkt en de aanwezige palmen komen in een mooi tegenlicht te staan.
Een aantal palmen en planten worden bovendien van onderaf aangelicht. Het geheel heeft de uitstraling van een spannend sprookje.
Het licht waarmee het zestal bomen in de tuin aangelicht wordt, is niet te sterk, zodat het effect subtiel blijft en er geen lichthinder voor de buurt ontstaat. Het licht is zoveel mogelijk onder de bomen geplaatst zodat de stam mede aangelicht wordt en de kruin als het ware als een lampenkap functioneert.