Het OCC kenmerkt zich vooral door de gebogen, organische vorm van de kolommen die rondom het gebouw voor de gevel geplaatst zijn. Door deze kolommen aan te lichten wordt het ritme en de dynamiek van de gevelwanden geïntensiveerd en worden ze nog meer een metafoor voor de bruisende activiteiten binnen in het gebouw.
Het aanlichten van de zijkant van de kolommen zal beter het reliëf in de gevelwand en daarmee de dynamiek van de architectuur accentueren dan wanneer alleen de voorkant van de kolommen aangelicht wordt. Het zal de gevel ook ‘lichtvoetiger’ maken, omdat de nadruk niet ligt op de zwaarte en breedte van de kolom maar op de elegantie en slankheid ervan.
Wat ook een rol speelt is dat de passanten door de breedte van de straat en de looproutes tijdens het passeren vaak meer tegen de zijkanten van de kolommen aankijken dan tegen de voorkant. Doordat ze langs het gebouw lopen verandert de hoek waarin ze het gebouw zien voortdurend en daarmee verschuift het lichtbeeld wat de dynamiek ten goede komt. Het is wel zaak de spots zo te plaatsen dat de buitenste randen van de voorkant van de kolommen ook aangelicht worden, zodat de contouren van de kolommen ook tot uiting komen wanneer men recht voor de gevel staat.